Verzorging
De meerderheid van de Egyptische bevolking baadde in de Nijl of kanalen en vijvers. Alleen de elite kon zin in huis een bad of douche veroorloven. In de kamer waar het bad was bevond zich meestal ook het toilet.
Als zeep gebruikte men natron of speciale waspasta’s die tegelijkertijd een huidverbeterende werking hadden. Ze bestonden uit dierlijke of plantaardige vetten, vermengd met kalksteen of krijt. Voor het kwijtraken van een onaangename lichaamsgeur gebruikte de Egyptenaren vooral aromatische stoffen zoals wierook, aluin en mirre. Deze werd vervolgens gewoon op de huid gewreven. Voor een aangename adem waren er een soort pillen. Deze zogenaamde kyphi-pastilles bestonden uit de gemalen zaadjes van de hoornklaver vermengd met wierrook, mirre, jeneverbes, het gomhars mastiek, rozijnen en honing.