Dendera
Dendera, in een ver verleden Ioenet genoemd, was het centrum van de cultus van Hathor, een van de oudste Egyptische godinnen, afgebeeld in de gedaante van een koe of als een vrouw met de oren van een koe. De voormalige hoofdstad van de zesde gouw van Opper-Egypte dankt zijn faam aan de Hathor-tempel die hier stond vanaf de Grieks-Romeinse tijd. Op het dak staan een aantal aan Osiris (men geloofde dat Dendera één van de graven van deze god was) gewijde kapellen en binnen zijn een aantal uitgehakte crypten in de wanden en hun bijbehorende bas-reliëfs fantastisch bewaard gebleven. Op het plafond van één van de kapellen bevond zich de beroemde dierenriem die tegenwoordig in het Louvre van Parijs te bewonderen is. Waar Napoleons leger de lege plaats had achtergelaten is tegenwoordig een kopie van de beroemde dierenriem te zien. Voor het grote gebouw rechts van de toegangsweg stonden twee mamisi’s; kleine tempels om de geboorte te vieren van Ihitro, de zoon van de godin Isis. De eerste mamisi stamt uit de tijd van de farao Nectanebo I (30ste dynastie) en werd voltooid tijdens de Ptolemaeïsche periode; de tweede stamt uit de Romeinse tijd. Ten zuiden van de Hathor tempel ligt naast de restanten van het heilige meer een andere Romeinse tempel uit de tijd van Augustus, de ’tempel van de geboorte van Isis’. In Dendera aanbad men een triade bestaande uit Hathor, Horus van Edfoe en hun zoon Ihi. Het belangrijkste tempelfeest was de ‘Goede Verbintenis’. In een grote rivierprocessie die aanlegde bij alle belangrijke heiligdommen langs de Nijl, bracht Hathor van Dendera dan een bezoek aan Horus van Edfoe.