Goden [S]

Sachmet of Sechmet

De godin met de leeuwenkop werd vooral in Memphis vereerd, waar ze samen met Ptah en hun gemeenschappelijke zoon Nefertemeen een godenfamilie vormde. Ze werd beschouwd als de dochter van Ra en was sterk verbonden met de dreigende ureaus. Ze had een nauwe relatie met de godin Moet in Thebe. Zo liet Amenophis III enkele honderden granieten beelden van Sachmet in Karnak opstellen. In de mythe vernietigt de godin, wier naam ‘de machtige’ of ‘de sterke’ betekent, de vijanden van de zonnegod Re of Osiris. Tevens ondersteunt ze de koning in zijn strijd tegen nationale vijanden. Ze werd daarom gezien als godin van de oorlog. Naast haar strijdlustige en geweldadig karakter zag men in de godin tegelijkertijd de beschermpatroon van de geneeskunde en de artsen die hier en daar als priesters van Sachmet te boek staan.

Satet

Al vanaf het Oude Rijk werd Satet op het eiland Elefantine vereerd, waar ze samen met Choem en Anoeket een triade vormde. Het aan haar gewijde heiligdom werd tot in de Griekse-Romeinse tijd steeds weer uitgebreid. Als godheid van de cataracten bewaakte Satet de zuidelijke grens en gold als schenkster van het ‘koele water dat uit Elefantine komt’. De godin wordt afgebeeld met de kroon van Boven-Egypte met zijdelings bevestigde, omhoog staande gazellenhorens.

Selket of Serket

De godin werd als schorpioen vereerd maar op de eerste plaats verschijnt ze als mens met een schorpioen op haar hoofd. Ze speelde in de religie een grote rol. Haar naam verwijst naar het vermogen van de keel om adem te halen. Samen met Isis, Nephthys en Neith beschermde ze de ingewanden en het gemummificeerde lichaam van de dode en was ook in die hoedanigheid aanwezig bij de koninklijke doodskist.

Seshet

Het karakter van de godin maakt bijnamen zoals ‘heerseres van de plattegronden en schriften’ duidelijk. Als procureur van de schrijf- en rekenkunst noteerde Seshet bij de kroning de regeringsjaren en jubilea van de heerser. Bovendien speelde ze sinds de vroegste tijd een grote rol in het ritueel van de tempelstichting, en wel bij het bepalen van de plattegrond van de tempel.

Seth

De god van de storm en het weer wordt vaak ‘heerser van de woestijn en de vreemde landen’ genoemd en vertegenwoordigt al het kwade dat op de aarde aanwezig was. Waarschijnlijk was het dier van Seth in de vroegste tijden al zo gestileerd dat de zoologische determinatie ervan tot op de dag van vandaag niet duidelijk is. In de Osiris-mythe was Seth chaos, het wilde element, en vermoorde hij zijn broer Osiris omdat hij alleen verantwoordelijk gehouden wilde worden van het scheppen van de aarde. Daarna vocht hij tegen diens navolger Horus, zoon van Osiris, om de macht. Aan de andere kant was hij samen met Horus beschermgod met dezelfde rechten voor de koning. Samen gaven ze de koning de kronen van het land en knoopten ze in de symbolische voorstelling van de ‘Vereniging van Beide Landen’ de nationale planten van Boven- en Beneden-Egypte voor de heerser aan elkaar.

Sjoe of Shu

De god van de lucht Sjoe scheidde in de scheppingsmythe hemel (Noet) en aarde (Geb), nadat hij, samen met zijn zuster Tefnoet, uit de mond van de oergod Atoem werd geboren. Mensen en goden hebben lucht nodig, zodat de lichtbeuken in de tempels ook wel ‘vensters van Sjoe’ werden genoemd.

Sobek

Deze god werd als krokodil of in de klassieke mengvorm met krokodillenkop vereerd. Tot de belangrijkste cultusplaatsen behoorde sinds het Middenrijk het oude Sjedet (Crocodilopolis) in de Fayoum en in de Grieks-Romeinse tijd Kom Ombo in Boven-Egypte. Overeenkomstig zijn levensruimte gold Sobek als vruchtbaarheidsgod en het water en werd hij ook als oer-scheppergod vereerd.

Sokar

De in de gedaante van een valk of met valkenkop afgebeelde god Sokar was oorspronkelijk de dodengod van de Memphitische necropool. Vanwege zijn nauwe relatie tot Ptah en Osiris werd hij tot in de Late Rijk als Ptah-Sokor-Osiris vereerd. Als god was hij ook heerser van de onderwereld. In het middelpunt van het Sokarfeest stond de optocht van een goddelijke cultusbark, de zogenaamde henoebark.