Goden [N-R]

Nechbet of Nekhbet

De godin trad op in de gestalte van een gier of een vrouw met een gierkap. Als kroongodin van Boven-Egypte droeg ze bij voorkeur de hoge witte kroon van dit deel van het land. Een nauwe verbinding bestond er met de godin Wadjet, haar tegenpool uit Beneden-Egypte, en met de godinnen Moet en Tefnoet. Bovendien beschermde en voedde Nechbet het koninklijke kind. Haar belangrijkste cultusplaats was el-Kab, waar ook haar oorsprong lag, in de 3de gouw van Boven-Egypte. Als symbooldier voor Opper-Egypte is ze ook vaak in die hoedanigheid te zien op de kroon. Daarnaast werd ze vaak weergegeven als een gier met gespreide vleugels die de symbolen van de eeuwigheid in haar klauwen houdt. Ze kan ook een beschermend symbool zijn, als ze één van haar vleugels voor zich gestrekt houdt. Haar voornaamste functie was die van moedergodin en beschermde voedster van de koning.

Nefertem of Nefertum

Oorspronkelijk vereerd als lotusbloem of komend uit een lotusbloem had Nefertem een zeer nauwe relatie met de zonnegod, wiens karaktereigenschappen hij kon overnemen. Hij gold als ‘lotusbloem aan de neus van Re’ of als ‘grote lotusbloem die uit de oeroceaan verschijnt’, maar tegelijkertijd ook als jeugdig zonnegod. Daarom wordt hij ook wel een genoemd als het zonnekind. Nefertem werd meestal afgebeeld als mens met het symbool van de veren versierde lotusbloem op het hoofd en een jeugdige zijlok. In Memphis werd hij samen met Ptah en Sechmet als triade vereerd.

Neith

Deze oude jacht- en oorlogsgodin werd in het Oude Rijk rondom Memphis als koninklijke beschermmacht vereerd. Neith droeg de kroon van Beneden-Egypte en haar symbool is een schild met gekruiste pijlen. In het Oude Rijk was ze uitgegroeid tot vrouw van Seth waarmee ze de krokodillengod Sobek kreeg. Haar cultus groeide door totdat men zelfs geloofde dat zij de geboorte uitgevonden had. Ze was één van de voer godinnen die bij de baar van Osiris de wacht hielden. Dit was omdat ze als mythische ontdekker van de weefkunst haar toezicht hield op de linnen windsels van de mummie. Haar belangrijkste cultusplaats was Saïs in de delta, waar ze tijdens de 26ste dynastie heel populair was, omdat de koningen uit deze tijd daar vandaan kwamen. Later werd ze in Esna zelfs scheppergodheid.

Nephthys

Nephthys is, evenals Isis, Osiris en Seth, een kind van Geb en Noet, in de Enneade van Heliopolis. Omdat de Egyptenaren een tweestrijdig beeld van alles hadden werd Nephthys gekoppeld aan Seth als zijnde het ‘negatieve’ en onvruchtbare paar. Isis en Osiris waren daarentegen het ‘positieve’ en vruchtbare paar. Nephthys zelf was echter helemaal niet negatief, ze treurde zelfs samen met haar zus Isis over haar vermoorde broer Osiris. Haar naam betekent ‘heerseres van het huis’ en hielp haar zus Isis bij de regeneratie van de overledene maar verder is er niet veel over haar bekend.

Noen of Nun

Als personificatie van het oerwater -waaruit bij de schepping van de wereld het eerste land- de oerheuvel, opsteeg, werd Noen zeer zelden afgebeeld. Samen met zijn vrouwelijke tegenpool Naunet vormde hij in de Ogdoade van Hermopolis het eerste van de vier oergodenparen, waarbij de goden met een kikkerkop en de godinnen met een slangenkop werden afgebeeld. Hij werd als goedaardig beschouwd en leende zijn naam graag aan heilige meren op het terrein van een tempel.

Noet of Nut

Noet was in de kosmogonie van Heliopolis de hemelgodin. Ze was de (tweeling)zuster van Geb, de aarde, met wie ze vier kinderen kreeg. Osiris, Isis, Seth en Nephthys, voordat Sjoe (de lucht) hen van elkaar scheidde. Door zich over de aarde te spannen hield ze de chaos en wanorde ver weg. Ze stond op haar handen en voeten en daarom worden de vierwindstreken door ook wel meevergeleken. Ze werd ook beschouwd als de moeder van de zonnegod Ra, omdat ze hem elke avond verzwolg en hij ’s nachts door haar lichaam reisde om de volgende morgen weer uit haar geboren te worden. Dat is tevens de reden dat ze ook een begrafenisgod was die het lichaam van de overleden farao in haar armen naam. Ze is veel aan de binnenzijde van sarcofagen afgebeeld waarin ze met haar gespreide armen en benen als het ware over de overledene heen boog om zo te hopen dat de overledene weer herboren kon worden.

Osiris

De mummie-vormige god met de atef-kroon uit plantenstengels en struisvogelveren gold oorspronkelijk waarschijnlijk als oogst- en vruchtbaarheidsgod. Als tegenpool van de wilde woestijngod Seth stond hij voor het gecultiveerde land en de geordende wereld. De voortdurende strijd tussen de twee tegenstanders was de basis voor de Egyptische schepping en de daaruit voortvloeiende dood van Osiris voorwaarde voor het ontstaan van het hiernamaals. Osiris stierf en werd door Isis en Nephthys in het hiernamaals weer tot leven gewekt. Hij verwekte zijn zoon Horus die op aarde de strijd tegen Seth voortzette. Hij werd in Boven- en Beneden Egypte als een ware held aanbeden. Als opperste dodengod en dodenrechter was hij de vertegenwoordiger van de rechtvaardige wereldorde in het hiernamaals. Als koning in het dodenrijk had hij de koningsinsignes, de gesel en de kromstaf. Een van de belangrijkste cultusplaatsen was Abydos, waar volgens de overlevering zijn graf bevindt en spelen voor de god werden gehouden.

Ptah

Deze god was stadsgod van Memphis, waar men hem met verschillende andere goden (zoals Ptah-Sokar-Osiris en Ptah-Tatenen) verbond. In de scheppingsleer van het heelal van Memphis geldt hij als scheppergod en staat hij aan het hoofd van de Enneade. Hij wordt dan ook vaak typerend afgebeeld zittend aan een pottenbakkersschijf waarop hij wezens schept. Onder de Ramsessiden (19de/20ste dynastie) vormden Ptah samen met Amon en Re de grote rijkstriade. Het belang van deze god wordt duidelijk uit het feit dat talrijke kleinere cultussen voor hem in andere tempels waren ondergebracht. Zijn macht berust in zijn hart en zijn tong. Hij liet namelijk met zijn woorden de wereld ontstaan en door middel van zijn hartslag voorzag hij de schepping van een constante kosmische energie en levenskracht. Kunstenaars en ambachtslieden zagen in hem hun beschermheer en om die reden identificeerden de Grieken hem met Hephaistos. Om dezelfde reden werd Imhotep, bouwer van de trappiramide in Sakkara, gezien als zijn zoon. Ptah wordt mummie-vormig afgebeeld, met een kap op het hoofd en een scepter in de hand.

Qebehsenuf

Zie zonen van Horus

Quadesh

Een uit het Midden-Oosten afkomstige godin die tijdens het Nieuwe Rijk in Egypte werd ingevoerd en samen met de goden Min en Reshep een triade vormde. Ze was een godin van het seksuele genot en is doorgaans afgebeeld als een naakte vrouw met bloemen in haar handen, die op de rug van een leeuw staat.

Re of Re-Herachte of Ra

De zonnegod Re met valkenkop trad al in het Oude Rijk op als Re-Herachte; als de morgenzon. Als bekendste godheid van het Egyptische pantheon was hij in de cultus en mythe in vele vormen aanwezig. Zo is de voorstelling van de cyclische baan van de zon, die de god in zijn bark (de boot heette mandjet) als dag- en nachtreis van elk twaalf uur voltrekt, synoniem met de eeuwige herhaling van de schepping en alle herscheppende krachten. De belangrijkste cultusplaats lag sinds het Oude Rijk in Heliopolis, de zonnestad. De heersers van de 5de dynastie lieten speciale gebouwen voor de Re-cultus, de zogenaamde zonnetempels, bij Aboesir bouwen. De indrukwekkende cultussymbolen zijn de obelisken, waarvan de vergulde toppen als zetel van de zonnegod werden geïnterpreteerd. Het waarschijnlijk beroemdste heiligdom van Re-Herachte werd onder Ramses II (19de dynastie) in Abu Simbel gebouwd. De opvallende relatie tot de god van elke heerser wordt weerspiegeld in de titulatuurbenaming ‘ zoon van Re’.

Renenoetet

Bijnamen als ‘heersers van de schuren’ onderstrepen het karakter van de als slang weergegeven godin als godheid van de vruchtbaarheid en de oogst. Bijzonder populair was de cultus van de godin in Fayoum in de 12de dynastie en in Thebe tijdens het Nieuwe Rijk.