De tempel van Esna

Het op de linkeroever van de Nijl gelegen Esna werd in de oudheid Tesnet genoemd en is nu een agrarisch stadje op zo’n 50 kilometer van zuiden van Luxor. De Grieken noemden de stad Latopolis, wat is afgeleid van lates, een hier veel voorkomende vis. Hier werd voornamelijk de god Chnoem vereerd, de goddelijke pottenbakker met het hoofd van een ram. Chnoem maakte volgende de overlevering de mensen op zijn pottenbakkersschijf. Hij werd geassocieerd met Neith en met Heka, de personificatie van de magie. De tempel die bijna tweeduizend jaar oud is, is gewijd aan die twee goden. Van de onder keizer Claudius gebouwde gebouwen is slechts de zuilenhal bewaard gebleven. De hal werd in de Koptische tijd verbouwd tot kerk en nog niet zo lang geleden was ze in gebruik als katoenpakhuis. De restanten van de tempel worden omringd door huizen en bevinden zich op de bodem van een negen meter diepe kuil, doordat het bewoonde deel van de stad steeds hoger is komen te liggen. Het plafond is versierd met astronomische scènes en afbeeldingen van de tekens van de dierenriem en word gedragen door twee groepen van negen zuilen. Aan weerszijden van de ingang staan nog eens drie zuilen. wat het totaal op 24 brengt. De kapitelen zijn elegant en rijk versierd. De vele teksten op de wanden en op de zuilen bevatten niet alleen lofzangen en litanieën aan Chnoem, Heka en Neith, maar leveren ook veel informatie over de belangrijkste feesten en liturgische festiviteiten, die mensen uit de omringende gebieden aantrokken.