De kosmogonie van Hermopolis

Hermopolis is de Griekse naam voor een stad in Opper-Egypte die we tegenwoordig Ashmunein heet. Daarvoor heette de stad Khnum; ‘de Acht’. Het middelpunt van de verering vormde de god Thot, de god van de wijsheid die de Egyptenaren de hiërogliefen zou hebben geschonken.

In Hermopolis had alles betrekking op de negatieve eigenschappen van de watermassa waar het allemaal mee begon. Het verhaal gaat dat dit water vier goden en hun vrouwelijke tegenhangers uit zichzelf voortbracht. Het waren Noen en Noenet, de oerwateren; Heh en Hehet, van wier namen men dacht dat ze oneindigheid of overstromingskracht betekenden. Kek en Keket, duisternis, en Amoen en Amoenet waarvan de namen zoveel zeggen als verborgenheid, onzichtbare energie, lucht of wind.

Deze acht goden stonden bekend als de Ogdoad of de Acht van Hermopolis. De vier goden werden afgebeeld met een kikkerhoofd en de godinnen werden voorgesteld met slangenhoofden. Het was de gedaante van dieren die elk jaar weer na de overstromingen spontaan uit de modder van de Nijl leken op te duiken.

Op één of andere wijze ontstond er een ei in het water en toen het brak kwam er licht tevoorschijn. In sommige versies werd het ei gelegd door een gans, de Grote Oergeest in de vorm van de ‘Grote Gakker’, wiens schreeuw het eerste geluid in de oerstilte was. In Hermopolis deed het volgende verhaal de ronde: de god Thot in de gedaante van een Ibis vloog met het ei naar de oerheuvel. Ook over wat er uit het ei kwam zijn er verschillende verhalen. Het ene verhaal leert dat Ra in de vorm van een lichtvogel tevoorschijn kwam terwijl in het andere verhaal alleen maar lucht uit het ei kwam.

Drie paren van de Ogdoad kenden geen ontwikkeling en bleven wat ze waren., verantwoordelijk voor het stromen van de Nijl en het opgaan van de zon. Amoen, de verborgen en onkenbare kracht, werd in zijn rol als schepper echter steeds belangrijker en groeide later in het belangrijkste godsdienstig centrum van het land uit tot de zonnegod.

Een behoorlijk verschil met de kosmogonie van Heliopolis was dus bijvoorbeeld Noen die daar de allesomvattende watermassa was maar in Hermopolis niet meer dan een element van de kosmische materie. Van alle goden in Hermopolis was Amoen de enige die tot schepping over kon gaan. De oerheuvel werd hier ook ‘Vuureiland’ genoemd omdat de geboorte van de zonnegod gepaard zou zijn gegaan met de eerste, vlammende, zonsopgang.